Stoppen met zelfverwijt en schuld

Als het gaat om diabetes, zijn veel mensen heel kritisch op zichzelf. Ze verwijten zichzelf dat ze het niet goed genoeg doen, voelen zich schuldig bij hogere of lagere bloedsuikers, of wanneer ze hun doelen niet bereiken. Zoals je hier https://p2dm.salzburgresearch.at/nl/jezelf-de-schuld-geven/ al hebt kunnen lezen…., is dat niet helpend en kan het zelfs averechts werken voor je diabetes zelfmanagement.
Met deze oefening kun je proberen eens ”door een andere bril” naar jezelf te kijken, en minder kritisch te zijn…, juist wanneer het minder goed gaat.

Oefening:
Denk aan iemand die je heel aardig vindt/liefhebt (en die jou ook aardig vindt/lief heeft :-)), en probeer zijn/haar ‘’stem en gedachten te lenen’’. Wat denk je dat hij/zij zou zeggen over dat je je doel (nog) niet hebt bereikt? Wat voor positiefs zou hij/zij zeggen? En wat voor positiefs zou je graag willen horen? Probeer minstens 3 positieve/helpende dingen op te schrijven die deze aardige/lieve persoon tegen je zou zeggen.
Probeer deze woorden in gedachten te herhalen, wanneer je merkt dat je weer geneigd bent om heel kritisch te zijn over je diabetes zelfmanagement.

Angst voor complicaties (hoge bloedsuikers)

In de diabeteszorg ligt er veel nadruk op het verbeteren van bloedsuikers. Omdat hoge bloedsuikers kunnen leiden tot zeer ongewenste negatieve effecten op gezondheid (complicaties), wordt in de diabeteszorg veel nadruk gelegd op het voorkomen (en verhelpen) van hoge bloedsuikers en complicaties.
De meeste mensen met diabetes kennen de risico’s van duurzame hoge bloedsuikers. Ze weten dat aanhoudend hoge bloedsuikers kunnen leiden tot verlies van gezichtsvermogen, nierfalen of zelfs amputaties. Veel mensen met diabetes kennen ook iemand die te maken heeft met complicaties van de diabetes. Het is goed om deze risico’s te kennen en te weten hoe je kunt bijdragen aan het verlagen van deze risico’s.
Het is ook goed om realistisch te zijn over de kansen om (ernstige) diabetes complicaties te ontwikkelen. Gelukkig worden de meeste mensen met diabetes niet blind, hoeven ze niet te dialyseren of te worden geamputeerd. De meeste mensen met diabetes zijn zich bewust van de risico’s op complicaties, maar laten zich er niet teveel of op een negatieve manier door beinvloeden. Ze doen hun best om hoge bloedsuikers te voorkomen/op te lossen, en piekeren niet over eventuele toekomstige complicaties.
Sommige mensen maken zich echter teveel en onnodige zorgen over diabetes complicaties. Als je je hierin herkent, en je ook veel zorgen maakt over diabetes complicaties, dan is het goed om je te laten voorlichten over jouw gezondheid en het risico op complicaties. De diabetesarts houdt het risico op complicaties in de gaten en kan je er meer over vertellen.
Daarnaast is het goed om te focussen op dingen die je NU kunt beinvloeden of veranderen. Zelfs als je geconfonteerd bent met een toegenomen kans op complicaties in de toekomst, dan zijn er veel dingen die je NU kunt doen om het risico te verminderen of je gezondheid zo goed mogelijk te houden: je bloedsuikers meten, insuline spuiten, gezond eten, bewegen, niet roken, het slikken van extra medicatie. Je kunt je diabetesarts zelfs vragen welke gedragingen het meeste bijdragen aan het verlagen van het risico op complicaties.
Piekeren en je zorgen maken kosten veel energie. Energie die verloren gaat, zonder enig effect op je gezondheid. Bekijk of je deze negatieve energie in effectieve energie kunt omzetten, door op een positieve manier bezig te zijn met je diabetes zelf-management. Meer dan dat kun je niet doen, of van jezelf verwachten.

Angst voor naalden/prikken/spuiten

Je ongemakkelijk of onprettig voelen bij naalden is een normale en gezonde reactie. Insuline moeten spuiten, of in je laten prikken is niet fijn. En soms is het zelfs (een beetje) pijnlijk. Een naald in jezelf (laten) steken is geen natuurlijke gedraging. Op een bepaalde manier ‘’waarschuwt’’ ons brein ons dat we ons in een ‘’gevaarlijke situatie’’ bevinden, elke keer als we onszelf prikken/worden geprikt. Zelfs als we verstandelijk weten dat deze injecties ‘’van levensbelang zijn’’ of helpen om gezond te blijven. Het verstandelijke deel in ons brein snapt het, maar emotioneel moeten we steeds over een denkbeeldige drempel stappen…. Sommige mensen zijn zo bang voor naalden, dat ze klachten ontwikkelen wanneer ze zichzelf moeten injecteren. Ze
-zweten
-trillen
-voelen zich duizelig
-gaan snel en oppervlakkig ademen (hyperventilatie)
-raken in paniek
-vallen flauw
Soms leidt het er zelfs toe dat mensen injecties proberen te vermijden, en geen insuline spuiten als dat wel nodig is. Als je meer wilt lezen over angst voor naalden, en een oefening wilt doen klik
[hier] https://p2dm.salzburgresearch.at/nl/oefenen-met-angst-voor-naalden-prikken-spuiten/

Als je ervaart dat je angst voor naalden/prikken/spuiten te groot is om zelf te veranderen, geef dit dan vooral aan bij je diabetes zorgverlener. Hij/zij kan je eventueel doorverwijzen om je hierbij te helpen. Een psycholoog kan je goed helpen om de angst voor naalden/prikken/spuiten te overwinnen.

Oefenen met angst voor naalden/prikken/spuiten..

*Begin met oefenen als je thuis bent, of op een andere plek waar je je veilig en comfortabel voelt.
*Het is handig om te oefenen met een pen zonder insuline… het gaat in eerste instantie alleen om het naaldje. Vraag eventueel aan de diabetesverpleegkundige of je een ‘’oefenpen’’ mag lenen.
*Begin met het rustig vasthouden van je insulinepen, net zo lang tot de spanning zakt. Als het vasthouden van de insulinepen al te spannend is, kun je ook beginnen door de pen op tafel te leggen en er naar te kijken totdat de spanning afneemt. Dan is het vasthouden van de pen de volgende stap.
*Oefen met het ‘’opdraaien’’ van de juiste hoeveelheid insuline, net zo lang tot de spanning afneemt.
*Doe ‘’alsof’’ je gaat injecteren, zonder het echt te doen. Weer net zo lang totdat de spanning afneemt.
*Injecteer jezelf (maar dan zonder insuline). De meeste mensen injecteren in hun buik, omdat het daar het minste zeer doet. Probeer dat een paar keer achter elkaar te doen.
*Als je wilt injecteren op een andere plek (been, billen), dan kun je dat ook proberen.
*Herhaal bovenstaande stappen totdat de spanning afneemt… Eventueel kun je dit ook proberen met begeleiding van je diabetesverpleegkundige.
*Als laatste stap kun je ook proberen te oefenen op een andere plek dan je eigen huis/thuis: bij vrienden/familie thuis, op je werk, in een restaurant, in de trein etc.

Lees eventueel ook meer op de volgende website: (Engels) Dr. Jen Nash. www.diabetes.co.uk/emotions/needle-phobia.html

Angst om aan te komen

Veel mensen met diabetes worstelen met hun (ideeen over hun) gewicht. Gewicht en bloedsuikers hebben een complexe en soms wat moeizame relatie. Problemen tav. gewicht en bloedsuikers zijn vaak verschillend voor mensen met type 1 diabetes en mensen met type 2 diabetes. Beide typen diabetes kunnen gerelateerd zijn aan diverse gewichts- en voedings problemen. In het algemeen zien we twee veel voorkomende problemen als het gaat om gewicht en diabetes: 1) mensen met overgewicht die steeds meer medicatie nodig hebben om bloedsuikers goed te kunnen houden, 2) mensen die bewust te weinig medicatie gebruiken in de hoop om zo gewicht te verliezen/uit angst aan te komen. Beide type problemen zijn ernstig. Het eerste probleem (steeds meer medicatie nodig hebben, bij/door overgewicht) kan mensen in een zogenaamde vicieuze cirkel brengen: vanwege het overgewicht en hogere bloedsuikers is er meer medicatie nodig, maar door de medicatie komen ze nog meer aan.
Het spreekt voor zich dat het tweede probleem (bewust te weinig medicatie gebruiken) een ongezonde en zelfs gevaarlijke strategie is om gewichtsverlies/behoud te realiseren. Het gebruik van te weinig medicatie kan zowel op de korte als de lange termijn ernstige complicaties opleveren.
Vanwege de ernst en moeilijkheid van de twee problemen is het moeilijk om een goed en persoonlijk advies hierover te geven op deze website. Het is van het grootste belang om deze problemen te bespreken met je diabetes zorgverlener (of een andere zorgverlener die je vertrouwt). Als je je herkent in een van deze problemen en gedragingen, betekent het niet dat je een eetstoornis hebt, of dat er sprake van een psychologisch probleem. Het is dus niet zo dat je standaard verwezen zult/moet worden naar een psycholoog. Mocht je dat wel willen, dan is het natuurlijk altijd mogelijk.
Het belangrijkste is dat je diabetes zorgverlener kan helpen proberen om deze vicieuze cirkel te helpen doorbreken. Beide type problemen en gedragingen behoeven aandacht en hulp van een diabetes zorgverlener. En onthoud: je bent niet de enige met dit probleem! Veel mensen met diabetes worstelen met dergelijke problemen. Waarschijnlijk heeft jouw diabetes zorgverlener al vaker mensen geholpen bij dit probleem en kan hij/zij je adviseren over wat je wel/niet kunt doen.

 

Hoe vergroot je de kans dat je je doelen haalt..?

Er kunnen vele redenen zijn voor het niet behalen van een doel of het niet opvolgen van al je plannen. Net zo goed zijn er vele oplossingen en algemene tips die kunnen helpen om je doel (makkelijker) te behalen. Hieronder geven we een aantal algemene tips die de kans op het halen van je doel kunnen vergroten.

  • Creeer een zogenaamde ‘’cue’’ (een geheugensteuntje) om er zeker van te zijn dat je niet vergeet met welk doel je bezig bent/aan welke activiteiten je wilde werken: zet een alarm in je telefoon/computer of maak bijv. een post-it briefje dat je ophangt. Zorg ervoor dat je niet ‘’immuun’’ (ongevoelig) wordt voor het geheugensteuntje. Wissel de post-it regelmatig van plaats of creeer in het weekend een nieuw alarm (met bijv. een ander geluidje/een andere boodschap) voor de komende week.
  • Zorg ervoor dat je je plan/doel aan in ieder geval een iemand hebt verteld. Het liefst aan iemand in je nabije omgeving die je af en toe kan vragen hoe het gaat met je plan/doel. Een plan/doel dat helemaal niet is besproken met iemand anders voelt vaak minder ‘’echt’’. Het is makkelijker om daar toch van af te wijken.
  • Probeer niet negatief te praten/denken over je zelf. Je brein probeert negatieve gedachten en emoties te vermijden. Met negatieve zelfspraak loop je dus meer risico dat je brein je doel gaat vermijden…(vergeten). Probeer jezelf met een positieve slogan/mantra te motiveren. Als je hier meer over wilt lezen, klik [hier] https://p2dm.salzburgresearch.at/nl/jezelf-de-schuld-geven/  en [hier] https://p2dm.salzburgresearch.at/nl/stoppen-met-zelfverwijt-en-schuld/.
  • Geef jezelf een kleine beloning voor elke keer dat je je geplande activiteit behaalt. Dit kan iets heel simpels zijn, zoals: even 10 minuutjes tijd voor jezelf, een favoriete serie kijken op tv, een bad nemen, een extra lekker kopje koffie/thee drinken. Voor meer inspiratie over plezierige activiteiten kun je ook kijken op deze lijst [lijst] https://p2dm.salzburgresearch.at/nl/plezierige-activiteiten-als-anti-depressivum/

 

Plezierige activiteiten als ”anti-depressivum”

Actief bezig zijn met dingen die we leuk vinden, helpt om ons welzijn te verbeteren of te behouden. Ons brein is in staat om de invloed van negatieve ervaringen, emoties en stress te verminderen door het aanmaken van een soort ‘’natuurlijke anti-depressiva’’. Deze ‘’natuurlijke anti-depressiva’’ worden aangemaakt wanneer we actief zijn (beweging/sport), of iets doen dat we leuk/plezierig vinden.
In het drukke, dagelijkse leven vinden veel mensen het moeilijk om tijd vrij te maken om leuke/plezierige dingen te doen. Soms vergeten mensen zelfs welke dingen ze leuk of plezier vonden, of welke activiteiten hen helpen ontspannen.
Wanneer je meer plezierige/leuke dingen wilt doen, maar niet zo goed weet waar te beginnen: hier is een lijst met dingen waar je aan kunt denken. Het zijn voorbeelden van kleinere of grotere dingen die veel mensen leuk/prettig vinden en hen helpen ontspannen. Uiteraard zijn er nog veeeel meer andere activiteiten te bedenken. Deze lijst is alleen bedoeld om je te inspireren je eigen lijst te maken met dingen/activiteiten die JOU helpen om (meer) te ontspannen!

Als je somber bent, dan is het belangrijk om regelmatig zulke leuke/plezierige activiteiten te ondernemen, om je ‘’natuurlijke anti-depressiva’’ te helpen aanmaken/op peil te houden. Verwacht daarbij niet dat je je door deze activiteiten meteen beter zult voelen. Het is net als met anti-depressiva of andere medicatie, het duurt een tijdje voordat je merkt wat het effect is van de activiteiten op je stemming. Als je echt heel somber bent, dan zul je waarschijnlijk niet eens (veel) plezier meer beleven aan het ondernemen van die plezierige/leuke activiteit. Dat is waarom het zo moeilijk is om je stemming te verbeteren: je moet als het ware ‘’tegen je zin in’’ dingen doen, waar je nu helemaal nog niet van geniet…. Houd vooral vol! Binnen een paar weken zou je je (een klein beetje) beter moeten gaan voelen.
Hieronder vind je een lijst met mogelijke activiteiten:

-Een rondje lopen/rennen. Het liefst in de natuur (een park, bos, het strand etc.)
-Luisteren naar je favoriete muziek
-Lezen (of herlezen) van een (favoriet) boek
-Een vriend(in) bezoeken of uitnodigen
-Een massage
-Koffie/thee drinken in/op een leuk café/restaurant/terras
-Een uitgebreide douche/bad nemen
-Een goede vriend(in) of familielid opbellen (iemand bij wie je je op je gemak voelt)
-Een/je (favoriete) film kijken
-Op het internet surfen naar leuke onderwerpen/filmpjes.
-Dansen (gewoon in je woonkamer, of op een andere plek)
-Naar een museum gaan
-Tekenen, kleuren of schilderen
-Een kaart/briefje schrijven naar iemand die je aardig vindt/graag mag.
-Naar de bibliotheek of boekhandel gaan
-Een fijn of interessant tijdschrift lezen/ de krant lezen
-Een muziekinstrument bespelen
-Zingen (gewoon in je eentje thuis, of samen met iemand anders)
-Een rondje fietsen. Het liefst in de natuur.
-Zwemmen
-Naar een concert gaan
-Bloemen kopen en mooi schikken in een vaas
-Picknicken
-Mediteren of een yoga-oefening doen
-Een kaartspel of een bordspel doen
-Vrijen/sex
-Een kruiswoord puzzel maken
-Fotograferen
-Een gezonde en lekkere maaltijd bereiden

Probeer nog 3 activiteiten op te schrijven die jou helpen te ontspannen. Probeer de komende weken een aantal van deze activiteiten in te plannen.

Diabetes en je persoonlijke doelen

Het managen van je diabetes en bloedsuikers kan een grote uitdaging zijn. Veel mensen met diabetes vinden het moeilijk om hun ‘’diabetes doelen’’ te combineren met alle andere dingen die ze doen in het dagelijks leven. ‘’Gewoon’’ je diabetes en bloedsuikers managen is vaak al lastig genoeg, maar je bloedsuikers managen terwijl je aan het werk bent, aan het sporten bent, voor je kinderen zorgt, samen bent met je vrienden etc. kan een enorme uitdaging zijn!
In de diabetes zorg zien we ook een verschuiving van ‘’alleen de getallen’’ naar ‘’hoe kun je diabetes op een zo prettig mogelijke manier in je leven inpassen?’’ De getallen (bloedsuikers en HbA1c) zijn nog steeds belangrijk, maar veel zorgverleners beseffen dat de voorwaarde om de getallen te verbeteren is dat diabetes op een goede/prettige manier in je leven is ingepast. Of anders gezegd: wanneer je worstelt met hoe diabetes in je leven past, dan is de kans groot dat je ook worstelt met je bloedsuikers (en HbA1c). Gelukkig lukt het de meeste mensen met diabetes (uiteindelijk) om zowel hun persoonlijke als hun diabetes doelen te behalen in het dagelijks leven.

Als je het gevoel hebt dat de doelen voor je diabetes botsen met andere/persoonlijke doelen, dan is het goed om deze doelen te ‘onderzoeken’.  De volgende vragen kunnen helpen in het onderzoeken van je doelen:

Welke persoonlijke doelen kun je moeilijk bereiken door diabetes?
-werk gerelateerde doelen
-doelen gerelateerd aan familie, vrienden of andere naasten
-doelen gerelateerd aan sport/beweging/hobbies
-doelen gerelateerd aan andere sociale activiteiten (bijv. uitgaan, uit eten gaan, op vakantie)

Welk ‘’deel’’ van diabetes belemmert je bij het bereiken van die persoonlijke doelen?
-de echte zelfmanagement/zelfzorg activiteiten (bijv. bloedsuikers meten, insuline spuiten, medicatie slikken)
-lage of hoge of schommelende bloed suikers (bijv. hypo’s, hypers)
-de ideeen of meningen van andere mensen over diabetes (bijv. anderen niet tot last willen zijn, niet als ‘’anders’’ gezien willen worden door anderen).

Het volgende om te onderzoeken is: hoe zou het verbeteren/veranderen van je diabetes zelfmanagement bijdragen aan het bereiken van je persoonlijke doelen?
Of anders gezegd: als je diabetes zelfmanagement makkelijk en goed zouden verlopen, welke persoonlijke doelen zouden dan makkelijker kunnen worden bereikt?
Bijv. ‘’als ik minder hypo’s/schommelende bloedsuikers zou hebben, dan zou ik weer kunnen hardlopen’’
of ‘’als ik zou durven/kunnen spuiten in de aanwezigheid van andere mensen, dan zou ik waarschijnlijk vaker uit (eten) gaan…’’

Als je in staat bent om je persoonlijke doelen en diabetes op die manier aan elkaar te relateren, dan ben je al een heel eind op weg. Dit is het belangrijkste om te weten. De volgende stap is om dit precieze doel met je diabetes zorgverlener (diabetes verpleegkundige, internist, huisarts) te bespreken. Dit is een belangrijk doel in de behandeling van je diabetes. Diabetes zorgverleners hebben veel ideeen en tips waarmee ze je kunnen helpen. En iedereen zal begrijpen: als dit belangrijk is voor jou, en het wordt op een positieve manier veranderd, dan zal het ook op een positieve manier bijdragen aan je bloedsuikers!

Steun en onbegrip

Leven met diabetes kan soms reuze frustrerend zijn.
Anderen begrijpen lang niet altijd wat het betekent om met diabetes te leven.
Veel mensen kennen wel iemand met diabetes en denken daarom soms dat ze het wel begrijpen…., terwijl uit hun vragen of opmerkingen vaak al blijkt dat dat toch niet helemaal het geval is.
Als je je al niet helemaal lekker voelde met/over je diabetes, dan is dat helemaal niet helpend! Helaas is het een wezenlijk onderdeel van leven met diabetes…. Kunnen omgaan met onbegrip van anderen…
Hopelijk zijn er ook genoeg naasten die je WEL begrijpen en steunen. We zeggen altijd dat je als het ware op verschillende manieren ”kunt praten” over diabetes. Met mensen die je nabij staan is het goed en nuttig om ook te bespreken wat diabetes voor jou betekent, wat het met je doet, waar je tegen aan loopt etc. De mensen die voor jou belangrijk zijn moeten goed weten wat het voor jou inhoudt om te leven met diabetes…
Die vage collega, of rare buurvrouw hoeft dat niet perse te weten…. Misschien is het wel van belang om te zeggen DAT je diabetes hebt (als je regelmatig met ze optrekt), maar de ins- en outs over jouw emotionele beleving ervan, die kun je het beste bewaren voor de (voor jou) belangrijke personen. Dan weet je zeker dat je geen onnodige energie steekt in ”mensen die het toch niet begrijpen”, en steek je je energie juist in de mensen om je heen en hoe zij je kunnen steunen bij je diabetes. Dat is vaak al lastig genoeg.

Angst voor hypo’s

Veel mensen met diabetes maken zich zorgen over het hebben van lage bloedsuikers (hypoglykemie of hypo’s). Voor diabetespatiënten die insuline (of andere bloedglucose verlagende medicijnen) gebruiken, is het tot op zeker hoogte normaal en nuttig om zich zorgen te maken over lage bloedsuikers. Echter, bij sommige mensen slaan deze normale en gezonde zorgen om in belemmerende angsten die hun bloedsuikers en kwaliteit van leven beïnvloeden. In de meeste gevallen ontwikkelen deze angsten zich na het ervaren van een ernstige hypo, waarbij hulp van anderen nodig was. Soms kunnen deze belemmerende angsten zich echter ook ontwikkelen zonder dat er ooit een ernstige hypo aan is voorafgegaan.

Veel mensen met angst voor hypo’s maken zich zorgen over:

-het krijgen van een hypo tijdens het slapen (of over het overlijden door een hypo in hun slaap);

-het verliezen van het bewustzijn in het openbaar, tijdens het rijden of wanneer ze alleen thuis zijn;

-het nodig hebben van hulp van anderen en het krijgen van ongewenste aandacht.

Bij sommige mensen zijn deze angsten zo hevig dat ze er alles aan doen om ervoor te zorgen dat hun bloedsuiker nooit onder een bepaald niveau daalt. Soms eten ze extra koolhydraten voor het slapen, voor/tijdens het rijden, of voor ze de deur uitgaan, ook als hun bloedsuikers niet echt een extra snack nodig hebben. Wat ook voorkomt is dat mensen minder insuline gebruiken dan ze eigenlijk zouden moeten gebruiken, en zo ervoor zorgen dat hun bloedsuikers niet dalen. Sommige patiënten controleren hun bloedsuiker veel te vaak, om zo op de hoogte te zijn van mogelijke bloedsuiker dalingen. Dit zijn allemaal veel voorkomende reacties op angst. We noemen deze reacties ‘veiligheidsgedragingen’. Op de korte termijn helpen deze veiligheidsgedragingen om de angst eventjes te doen afnemen. Na het eten van extra koolhydraten, na het prikken etc. voelen ze zich eventjes minder angstig. Op de lange termijn zorgen deze gedragingen echter voor meer onzekerheid over lage bloedsuikers en een toename van de angst. Dit is de reden waarom het zo belangrijk is om ‘veiligheidsgedragingen’ te beperken tot een gezonde en niet-belemmerende hoeveelheid.

Als je deze angsten en veiligheidsgedragingen herkent, dan kun je de volgende dingen doen:

  1. het is goed om anderen op de hoogte te stellen van je angst. Het werkt het best om je partner (of een andere naaste) en je diabetes zorgverlener(s) hierover te informeren.
  2. maak een lijstje met vragen/zorgen die je hebt over hypo’s. Leg uit waar deze angsten over gaan
  3. maak een lijstje met specifieke veiligheidsgedragingen die je toepast om je angst te verlagen
  4. vraag om uitleg en informatie over hypo’s bij een diabetes zorgverlener
  5. maak samen met een diabetes zorgverlener een stapsgewijs plan om de veiligheids- gedragingen te beperken

Als je zelf al een oefening wilt doen in het verminderen van je veiligheidsgedragingen, lees dan hier verder https://p2dm.salzburgresearch.at/nl/oefenen-met-hypo-angst/