Complicaties

Wanneer bloedsuikers duurzaam verhoogd zijn, kan er op de lange termijn schade ontstaan aan bloedvaten en zenuwen. Door deze schade kunnen organen, zoals ogen, nieren en het hart worden aangedaan. Ook kan er schade ontstaan aan voeten of handen. Het zo goed mogelijk reguleren van de bloedsuikers kan lange termijn complicaties helpen voorkomen.
Hoewel de lange termijn complicaties van diabetes zich langzaam ontwikkelen, kunnen ze uiteindelijk invaliderend of zelfs levensbedreigend zijn.
Enkele mogelijke complicaties zijn onder andere:

  • Hart- en vaatziekten.

Diabetes verhoogt het risico op verscheidene hart- en vaatziekten aanzienlijk, waaronder pijn op de borst door het dichtslibben van de vaten rondom het hart, hartaanvallen, vernauwingen in de bloedvaten en hoge bloeddruk.
Het risico op een CVA (beroerte) is meer dan viermaal verhoogd en het aantal sterfgevallen als gevolg van hart- en vaatziekten is twee tot viermaal verhoogd in patiënten met diabetes ten opzichte van gezonde mensen, blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse Hartstichting.

  • Zenuwschade (neuropathie)

Door verhoogde bloedsuikers kan de vaatwand van de kleine vaten, die de bloedvoorziening van de zenuwen verzorgen, worden aangetast. Dit is met name het geval in de benen, omdat daar de afstand tot de zenuwen het langst is. Hierdoor kunnen mensen prikkelingen, een dof gevoel of juist brandende pijnen ervaren, meestal beginnend aan de uiteinden van de vingers en tenen, en langzaam uitbreidend over de rest van de ledematen. Slecht gereguleerde bloedsuikers kunnen uiteindelijk leiden tot gevoelsverlies in alle aangedane extremiteiten.
Schade aan de zenuwen die de spijsvertering reguleren, kan zorgen voor misselijkheid, braken, diarree of obstipatie.
Bij mannen kan ook erectiele dysfunctie (erectiestoornis) een probleem vormen.

  • Nierschade (nefropathie)

De nieren bevatten miljoenen clusters van kleine bloedvaten die de afvalstoffen uit het bloed filteren. Hoge bloedsuikers kunnen deze filtersystemen beschadigen. Ernstige schade kan leiden tot nierfunctiestoornissen of eind-stadium nierfalen, waardoor patiënten dialyseafhankelijk worden of een niertransplantatie moeten krijgen.

  • Visusklachten

Verhoogde bloedsuikers kunnen ook schade geven aan de bloedvaten van het netvlies (diabetische retinopathie), wat kan resulteren in blindheid. Diabetes verhoogt tevens het risico op andere ernstige oogaandoeningen, zoals staar en glaucoom.
In het begin leidt diabetische retinopathie vaak niet tot klachten of slechts zeer milde visusklachten. Uiteindelijk kan het (in het ergste geval) echter leiden tot blindheid. Iedereen met type 1 of type 2 diabetes kan diabetische retinopathie ontwikkelen. Hoe langer je diabetes hebt en hoe slechter je bloedsuiker gereguleerd is, hoe meer kans je hebt om diabetische retinopathie te ontwikkelen.
Om je gezichtsvermogen te beschermen is het belangrijk om je bloedsuikers zo goed mogelijk te reguleren en je jaarlijks te laten controleren door de oogarts. Het kan namelijk zijn dat je diabetische retinopathie hebt, maar hier geen klachten van ervaart. Meestal ervaren mensen geen symptomen in de vroege stadia van diabetische retinopathie. Wanneer de aandoening ernstiger wordt, kan diabetische retinopathie leiden tot klachten, zoals:

  • Zwevende zwarte vlekken of donkere strengen in je gezichtsveld
  • Wazig zicht
  • Wisselend gezichtsvermogen
  • Donkere of afwezige delen van het gezichtsveld
  • Visusverlies
  • Moeite met het onderscheiden van kleuren

Diabetische retinopathie betreft meestal beide ogen. Het wordt geclassificeerd als vroeg of gevorderd, afhankelijk van de afwijkingen bij oogonderzoek en de symptomen die je ervaart.

  • Vroeg stadium diabetische retinopathie. Dit type retinopathie wordt ook wel niet-proliferatieve diabetische retinopathie genoemd (NPDR).
    Deze benaming doelt op het feit dat er in dit stadium geen nieuwe bloedvaten worden gevormd (proliferatie). NPDR kan worden omschreven als mild, matig of ernstig. Bij NPDR verzwakken de wanden van de bloedvaten in het netvlies. Er vormen zich kleine uitbollingen (microaneurysma) in de wanden van de bloedvaten, waaruit soms vloeistof of bloed in het netvlies lekt. Wanneer de aandoening verergert, worden de kleine bloedvaten afgesloten en verwijden de grote bloedvaten zich, waardoor ze zeer wisselend worden in diameter. De zenuwvezels in het netvlies zwellen op. Ook het centrale deel van het netvlies (de macula) zwelt soms op. Dit heet macula oedeem.
  • Gevorderde diabetische retinopathie. Proliferatieve diabetische retinopathie (PDR) is het meest ernstige type diabetische retinopathie.
    Het wordt proliferatief genoemd, omdat in dit stadium, nieuwe bloedvaten groeien in het netvlies. Deze bloedvaten zijn abnormaal gevormd.
    Ze kunnen in de doorzichtige, gel-achtige structuur die zich in het centrum van het oog bevindt (het vitreuze lichaam) groeien en lekken. Uiteindelijk zal zich littekenweefsel vormen, gestimuleerd door de groei van nieuwe bloedvaten, waardoor het netvlies loslaat van de achterzijde van het oog.
    Als de bloedvaten de normale bloedstroom naar het oog ondermijnen, kan de druk in de oogbol toenemen, waardoor glaucoom ontstaat. Dit kan schade geven aan de zenuw die beelden van het oog naar de hersenen leidt (nervus opticus).

Het zorgvuldig managen van je diabetes is de beste manier om visusklachten (klachten in het zicht) te voorkomen. Wanneer je diabetes hebt is het belangrijk om jaarlijks je ogen te laten controleren – ook al heb je geen visusklachten – om mogelijke diabetische retinopathie in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken en behandelen.
Als je zwanger wordt zul je zelfs extra controles bij de oogarts krijgen, omdat zwangerschap soms diabetische retinopathie kan verergeren.

Neem direct contact op met je oogarts, zodra je plotse visusveranderingen bemerkt of wanneer je zicht wazig, vlekkerig of mistig wordt.

Iedereen met diabetes kan diabetische retinopathie ontwikkelen. Risicofactoren voor diabetische retinopathie zijn onder anderen:

  • Duur van de diabetes – hoe langer je diabetes hebt, hoe meer kans je hebt om diabetische retinopathie te ontwikkelen.
  • Slechte bloedsuikerregulatie
  • Hoge bloeddruk
  • Hoog cholesterol
  • Zwangerschap
  • Roken