In de psychologie wordt vaak een metafoor van een stoplicht gebruikt, om uit te leggen hoe we ons voelen. De kleuren rood, oranje en groen staan symbool voor hoe we ons voelen.
In ”groen” voelen we ons ontspannen, (redelijk) gelukkig, zitten we lekker in ons vel. Als we in ”groen” zitten, dan zijn onze bloedsuikers ook ok. Er zijn geen hypo’s of hyper’s, en geen ongemak van stijgende of dalende bloedsuikers.
In ”rood” voelen we ons op ons slechtst. We zijn als het ware over een grens gegaan. Emotioneel zijn we uitgeput, in paniek, verdrietig, somber, gestressed of ervaren een andere negatieve emotie. Fysiek, kunnen we veel verschillende onprettige sensaties ervaren: hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, pijn, kortademig, of heel hoge en lage bloedsuikers.
Vaak zeggen mensen dat ze ”ineens” van groen naar rood zijn gegaan. Op het ene moment voelden ze zich nog prima, en op het andere moment was het helemaal mis.
Maar of het nou gaat om onze emoties of fysieke klachten, de verandering is vaak toch geleidelijker en minder plotseling dan we denken.
In veel gevallen hebben ons lichaam en ons brein ons al gewaarschuwd dat die ”rode fase” er aan komt. Ons lijf en lichaam zeggen als het ware: ”let op!” Er komt iets onplezierigs aan… Die alarm fase is de ”oranje fase”. In die oranje fase beginnen we ons oncomfortabel te voelen. Ons lijf geeft eigenlijk al een beetje aan dat we over een grens gaan en bijv. een korte pauze nodig hebben, iets moeten eten, even moeten ontspannen, medicatie nodig hebben e.d.
En hoewel we dat eigenlijk ook wel weten of merken, zijn we vaak geneigd om die subtiele signalen te negeren. Vaak zijn we gewoon te druk om ze echt op te pikken.
Het is niet zo dat we die signalen helemaal niet voelen, maar we zijn als het ware gestopt om er aandacht aan te besteden. We hebben onszelf (in ons drukke leven) afgeleerd om er op te reageren.
Wanneer we de alarmsignalen in de oranje fase blijven negeren, dan zal het ongemakkelijke gevoel sterker worden en uiteindelijk overgaan in de ”rode fase”.
Om veel redenen is het goed om signalen uit de ”oranje fase” weer te leren herkennen, en er meer/vaker naar te handelen. Op die manier kunnen we die vervelende ”rode fase” vaker en beter voorkomen. Het lastige is dat de signalen in de ”oranje fase” vaak heel individueel verschillend zijn. Je zult jezelf dus moeten trainen in het herkennen van JOUW specifieke ”oranje signalen”. Als je die alarmsignalen beter wilt leren herkennen, dan zijn er een paar dingen die je kunt doen:
Steeds wanneer je een ”rode fase” hebt doorgemaakt (een paniekaanval, hevige somberheid, een nare hypo of hyper), ga dan (als je weer hersteld bent) in gedachten even terug naar het moment VOOR die rode ”fase”. Hoe voelde je je de uren voorafgaand aan die ”rode fase”? Waren er misschien signalen (honger, irritatie, emoties, warm/koud gevoel) die je per ongeluk hebt genegeerd, omdat je het druk had of bezig was?
Als je je inderdaad een beetje ongemakkelijk hebt gevoeld in die uren voorafgaand aan de ”rode fase”: gefeliciteerd! Dan heb je je eerste signalen misschien al herkend.
Oefen verder met het verhogen van je bewustzijn over deze signalen door je op meerdere momenten per dag even af te vragen hoe je je voelt.
Het kost slechts 30 seconden, en je kunt het makkelijk en overal doen (terwijl je staat te wachten bij de koffieautomaat/printer/stoplicht, in de lift, terwijl je reist met het OV etc.etc).
Gebruik deze seconden/minuten om je bewustzijn een beetje te trainen en je af te vragen of je wellicht een gevoel van honger, slaap, kou, irritatie of andere emoties hebt genegeerd.
Wanneer je bewustzijn over deze ”oranje signalen” is toegenomen, dan kun je er ook naar gaan proberen te handelen. Natuurlijk betekent dit helaas niet dat je altijd meteen naar bent kunt als je moe bent, of meteen kunt pauzeren als je dat nodig heb. Maar soms is een zogenaamde ”micropauze” al een eerste goede stap in het voorkomen van een ”rode fase”. Voorbeelden van micro-pauzen zijn: even iets te drinken pakken, een raam openzetten, een korte ademhalingsoefening doen, even rekken en strekken etc. Hopelijk dragen deze tips er toe bij dat je je eigen ”stoplicht” sneller herkent en kunt beinvloeden!