Behandeling met insuline
Bij alle mensen met type 1 diabetes, en bij sommige mensen met type 2 diabetes is insuline een belangrijk deel van de behandeling. De werking van insuline verandert wanneer dit oraal wordt ingenomen bij de maaltijd, daarom moet insuline geïnjecteerd worden in het lichaam. Voor insuline injecties wordt een dunne naald en insuline pen gebruikt.
Er zijn verschillende typen insuline. De belangrijkste verschillen tussen deze typen berusten op de werkzame tijd.
Kort werkende insuline is gemiddeld werkzaam 30 tot 60 minuten na injecteren. Afhankelijk van het type kort werkend insuline houdt het effect gemiddeld aan tot 8 uur na injectie. Tegenwoordig zijn de meest gebruikte typen insuline allen humane insulines. De werking van deze insulines is gelijkwaardig aan de insuline die geproduceerd wordt door een gezonde alvleesklier. Vroeger gebruikte men vaker dierlijke insulines, geproduceerd in het lab.
Sinds een aantal jaar heeft men tevens de zogenaamde analoge insulines ontwikkeld.
Door een aanpassing in de eiwitstructuur, zijn deze analoge insulines in sommige gevallen beter voor de behandeling van diabetes. Het effect van de analoge insulines is sneller merkbaar dan deze van snel werkende humane insulines.
De werking van middellange insulines is gemiddeld merkbaar 1 tot 3 uur na injectie en kan aanhouden tot 16 uur na injectie.
Lang werkende insulines werken gemiddeld 60 tot 120 minuten na injectie. De effecten van lang werkende insulines houden ongeveer 20 tot 26 uur aan. Lang werkende insulines stimuleren de basale afgifte van insuline, met name in de lever. Deze basale afgifte van insuline wordt ook wel basaal insuline genoemd.
Afhankelijke van de behoefte van de patiënt kan mix insuline (een combinatie van middellang en kort of snel werkende insuline) een optie zijn.
Het is echter belangrijk om je te realiseren dat geen enkel type insuline de fysiologische situatie van een persoon zonder diabetes kan nabootsen. Daarom is het van belang dat de arts per individu bekijkt wat voor type insuline of welke combinatie van insulines het beste past bij de patiënt.
Wanneer je welk type insuline gebruikt, hangt af van de behandeling die je samen met de arts bepaalt.
Behandeling met orale medicatie (tabletten)
Patiënten met type 2 diabetes krijgen in eerste instantie vaak Metformine voorgeschreven, een geneesmiddel dat de gevoeligheid voor insuline verhoogt en de afgifte van glucose door de lever verlaagt. De keuze voor bepaalde orale geneesmiddelen (tabletten) is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder je bloedsuikers en eventuele andere aandoeningen. Ook is het een optie om verschillende typen medicatie met elkaar te combineren en zo de bloedsuikers op verschillende manieren te verlagen. Geneesmiddelen in tabletten of pillen verlagen de bloedsuikers namelijk op een andere manier dan insuline. Sommigen zorgen ervoor dat er meer insuline wordt geproduceerd, anderen verhogen de gevoeligheid van het lichaam voor insuline. Weer anderen vertragen of voorkomen de opname van suikers uit de darmen naar het bloed.
Sommige typen geneesmiddelen stimuleren de alvleesklier tot het produceren en afgeven van meer insuline. Weer anderen voorkomen dat enzymen koolhydraten in de darmen omzetten in glucose.
Je kunt de voor- en nadelen van deze behandelingen bespreken met de behandelend arts. Samen kunnen jullie dan beslissen welke medicatie het beste aansluit op jouw situatie en eventuele andere factoren die meespelen, zoals kosten en andere aandoeningen, bespreken.
Naast geneesmiddelen voor je diabetes zal de behandelend arts mogelijk ook geneesmiddelen voorschrijven voor je bloeddruk en cholesterol, om toekomstige schade aan het hart en bloedvaten te voorkomen.
Moeite met medicatie gebruik
Er zijn veel mensen die het lastig vinden om consequent hun medicatie in te nemen/te gebruiken. Er zijn veel redenen waarom het innemen/gebruik van medicatie niet altijd goed gaat.
Die redenen kunnen bestaan uit: vervelende bijwerkingen, niet begrijpen waarvoor de medicatie nodig is, niet betrokken geweest zijn bij de beslissing om dit medicament te gebruiken, culturele redenen, financiële redenen, vergeten om medicatie te gebruiken.
Problemen met medicatie kennen vele oorzaken en veel verschillende oplossingen of aanpakken. Bespreek iig met jouw arts/verpleegkundige welke problemen je herkent als het gaat om het innemen/gebruik van medicatie.
Stel vooral ook de vragen die je hebt over het juist gebruiken van de medicatie, waarom dit medicament nodig is, en of er eventuele alternatieven zijn.
Om het consequent innemen/gebruiken van medicatie te vergemakkelijken, kun je eventueel ook gebruik maken van hulpmiddelen zoals pillendoosjes, alarmen, medicijn schema’s e.d. Vraag aan je diabetes zorgverlener welke hulpmiddelen er beschikbaar zijn.