Onderdeel van elke behandeling is het meten van het effect ervan oftewel of de behandeling op de lange termijn de bloedsuiker waarden verlaagt. Het is belangrijk om je bloedsuiker te meten om te kunnen evalueren of je de juiste dosis medicatie gebruikt. Afhankelijk van je behandelplan controleer je je bloedsuikers gedurende de dag, eens per dag of enkele malen per week. Het zorgvuldig controleren van je bloedsuikers is de enige manier om zeker te weten dat je bloedsuikers binnen de streefwaarden blijven.
Zelfs als je op strikte tijden en altijd ongeveer hetzelfde eet, dan zal je bloedsuiker toch wisselen.
Op termijn zul je leren hoe je bloedsuikers reageren op veranderingen in:

• Voeding. Wat en hoeveel je eet zal je bloedsuikers beïnvloeden. Je bloedsuiker is normaliter het hoogst twee uur na de maaltijd. Er is echter geen speciaal dieet voor patiënten met diabetes, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Net als voor iedereen, is het wel belangrijk om een gevarieerd en gebalanceerd dieet aan te houden.
• Fysieke activiteit. Fysieke activiteit zorgt voor een shift van suiker van het bloed naar de cellen. Hoe actiever je bent, hoe lager je bloedsuiker zal worden.
• Medicatie. Alle medicijnen die je neemt kunnen je bloedsuikers beïnvloeden, waardoor je behandelplan soms zal moeten worden aangepast.
• Ziekte. Wanneer je de griep hebt of een andere ziekte, zal je lichaam hormonen produceren die je bloedsuikers laten stijgen.
• Alcohol. Alcoholhoudende dranken zoals bier en wijn (en andere dranken die je bijv. gebruikt om cocktails mee te maken) kunnen zowel lage als hoge bloedsuikers veroorzaken, afhankelijk van hoeveel je drinkt en of je tegelijkertijd ook eet.
• Stress. Stress kan soms leiden tot een verhoogde insuline behoefte.
• Wisselende hormoonwaarden bij vrouwen. Gedurende je menstruele cyclus wisselen de hormoonwaarden, met name in de week voor je menstruatie, waardoor je bloedsuikers ontregeld kunnen raken. Ook menopauze kan wisselingen in de bloedsuiker waarden veroorzaken.