Ons brein heeft minder aandacht voor dingen die niet belangrijk zijn voor ons. Dat maakt het moeilijk om dingen te doen die we niet zo belangrijk vinden. Ons brein werkt als het ware niet mee.
Een vraag die je jezelf kunt stellen is: is er een specifiek moment/situatie waarin je het WEL belangrijk vindt om je bloedsuiker te meten? Het zou het moment kunnen zijn waarop je je niet lekker voelt, of het moment voor de maaltijd, voordat je naar bed gaat, of voor/tijdens sport of autorijden. In het algemeen zien we dat mensen met diabetes baat hebben bij het meten van hun bloedsuiker. Maar sommige metingen zijn informatiever (nuttiger) dan andere momenten. Als je bijvoorbeeld gewend bent om elke ochtend nuchter je bloedsuiker te meten, dan is dat natuurlijk heel prima. Maar als je bloedsuikers eigenlijk elke ochtend ongeveer hetzelfde zijn, dan is het misschien niet het meest helpende moment om je bloedsuiker te meten, wanneer je je bloedsuikers wilt verbeteren/veranderen. Het zou kunnen zijn dat je dan meer baat hebt bij een meting op een ander moment: een moment waarop je anders niet zo vaak meet, en eigenlijk niet goed weet wat je bloedsuikers doen…
Vraag jezelf af welk moment op de dag jou de meeste informatie/meest belangrijke informatie geeft over je bloedsuikers. Schrijf die momenten op en bespreek ze met minstens een persoon. Bij voorkeur iemand die dichtbij je staat. Probeer samen met hem/haar te bespreken op welke manier je het meten van je bloedsuiker op dat ‘’nieuwe’’ moment vaker kunt realiseren. Het gaat er niet om dat het je ‘’altijd zal lukken’’. Het gaat er om dat je eens een andere aanpak probeert, die meer kan bijdragen aan verandering. Probeer zo’n ‘’nieuwe stap’’ in ieder geval een paar dagen vol te houden, en bekijk dan of dit meetmoment inderdaad een nuttig moment is voor jou.