De term diabetes is ruim 2000 jaar geleden voor het eerst gevallen. De ziekte werd ontdekt door een Griekse arts, die het de ‘mysterieuze ziekte’ noemde. Ook andere artsen herkenden en documenteerden de symptomen van diabetes, maar stonden machteloos tegenover de ziekte. Het woord diabetes mellitus heeft zijn oorsprong in het Griekse woord diabetes, wat passeren betekent en mellitus heeft zijn origine in het latijn en betekent honingzoet.
Mijlpalen in de geschiedenis van diabetes
· 17de eeuw: Dr. Thomas Willis maakte de diagnose diabetes mogelijk door middel van het testen van urine. Deze methode was de enige gebruikte methode in de 20ste eeuw.
· Begin 20ste eeuw: Dr. Frederick Allen schreef zijn patiënten een dieet voor met weinig calorieën. Dit dieet verlengde de levensduur met diabetes voor zijn patiënten, maar ze stierven bijna aan het gebrek aan energierijke voeding.
· 1921 de ontdekking van insuline: Dr. Frederick Banting en Dr. Charles Best in Toronto, Canada, behandelden een hond met diabetes met injecties van pancreas extract, waardoor deze 70 dagen overleefde. Samen met Dr. Bertram Collip en Dr. John Macleod, creëerden zij een meer verfijnd insuline extract. Hiermee behandelden zij Leonard Thompson, een jonge jongen die op het punt stond te overlijden aan diabetes. In de 24 uur die daarop volgden daalden zijn bloedsuikers tot bijna normale bloedsuiker waarden. Het nieuws van deze ontdekking verspreidde zich snel over de wereld en in 1923 kregen Dr. Banting en Dr. Macleod de Nobelprijs voor de Fysiologie en Geneeskunde voor hun ontdekking. Sindsdien zorgde deze ontdekking stukje bij beetje voor een verbetering in de leefomstandigheden van patiënten met diabetes.
· 1935 de ontdekking van twee verschillende typen diabetes: Dr. Roger Hinsworth ontdekte twee verschillende typen diabetes. Deze differentiatie zorgde voor de ontwikkeling van meer doelgerichte en specifieke behandelingen.
· jaren 50: orale medicatie (sulfonylureum derivaten): Een nieuw type orale medicatie werd ontwikkeld voor patiënten met type 2 diabetes. Deze medicatie stimuleerde de productie van insuline door de alvleesklier.
· jaren 60: uitvinding van de urine strips: De introductie van de urine strips versimpelde het detecteren van verhoogde bloedsuikers. Patiënten konden hiermee gemakkelijk hun eigen bloedsuikers controleren.
· 1969 eerste draagbare glucose meter: Ames Diagnostics ontwikkelde de eerste draagbare glucose meter. Sindsdien hebben technologische ontwikkelingen het mogelijk gemaakt om steeds kleinere draagbare meters te produceren.
· 1979 het eerste naaldloze insuline toedieningssysteem: In 1979 ontwikkelde Derrata het eerste naaldloze insuline toedieningssysteem. Hij was erg zwaar en duur. Maar dit was wel de eerste belangrijke stap naar de moderne, compacte, naaldloze injecteersystemen met aanpasbare druk.
· 1979 de uitvinding van de HbA1c test: Deze hemoglobine test zorgde voor een preciezere meting van de bloedsuiker waarden. Het A1c werd opgenomen als standaard meting voor bloedsuiker regulatie in de bekende tien-jaren studie 1983-1993 – De Diabetes Control and Complications Trial (DCCT). Onderzoek toonde aan dat mensen die de glucoseregulatie rond de normaalwaarde hielden, minder kans hadden op het ontwikkelen van complicaties. Dit bewijs zorgde voor een drastische verandering van glucoseregulatie door artsen. Het was duidelijk dat het controleren van de bloedsuiker waarden in combinatie met behandeling eindelijk evident verschil kon uitmaken in het leven van de patiënt.
· 1995 de goedkeuring van Metformine: Metformine is een oraal middel voor patiënten met type 2 diabetes. Het werd goedgekeurd door de Food and Drug Administration in de Verenigde Staten in 1995. Metformine werkt in de lever en verminderd de productie van glucose aldaar. Sulfonylureum derivaten daarentegen werken door het vrijmaken van insuline uit de alvleesklier. Deze twee medicamenten zijn bewezen meer effectief in de behandeling van patiënten met type 2 diabetes, wanneer ze gebruikt worden in combinatie.